1e editie Dag van de Volksetymologie
Elke dag ontstaan er nieuwe “dagen van”. En soms ontstaan ze geheel onverwachts. Zo ook de Dag van de Volksetymologie. Het ontstaan van de Dag van de Volksetymologie begon als een beetje spielerei op Twitter. Gastblogger Wouter van Wingerden (www.doetietsmettaal.nl ) stuurde mij het “scheppingsverhaal”.
Op 2 december vieren we voortaan de Dag van de Volksetymologie!
Het begon met de tweet van Oscar Kocken: “Hoe oud waren jullie toen jullie leerden dat ‘dozijn’ gewoon een verbastering is van ‘doos eieren’?” Dat leidde tot wilde vervolgideeën over de herkomst van dozijn. Dit zegt Sjaak Keuvelaar: “Klopt. De duodoos. En doordat mensen bij eierdozen meestal aan twaalf eieren denken, is de betekenis uiteindelijk verschoven van twee naar twaalf. Er is zelfs een tv-programma genoemd naar die opmerkelijke verschuiving: 2 voor 12.” En vervolgens was het onvermijdelijk dat 2/12 de Dag voor de Volksetymologie moest worden.
Wat is volksetymologie?
Opzettelijk een verhaal verzinnen bij een woord, zoals hierboven bij dozijn, is niet de oorspronkelijke betekenis van volksetymologie. Het gaat van oudsher om een collectieve, min of meer onbewuste herinterpretatie van een vreemd woord, vaak een woord dat uit een andere taal is geleend. Het bekendste voorbeeld is hangmat: een mat-achtig ding dat je tussen twee punten ophangt en waar je in kunt liggen. Het had bijna als omschrijving verzonnen kunnen zijn, een doorzichtige samenstelling van hang en mat. Maar het ding heette in het Spaans hamaca (een leenwoord uit een Caribische taal). Die hamaca is vervormd tot iets wat zinniger leek: de hangmat.
Grip op een woord
Zo’n vervorming om meer grip op het woord te krijgen, dát is volksetymologie. Bekende associaties die een raadselachtig woord oproept, worden in de vorm ervan verwerkt. Zo was avontuur ooit aventuur, maar schijnt er nu iets van een avond-uur in door (daar komt die o vandaan). Meer voorbeelden:
- ansjovis (van het Spaanse/Portugese meervoud anchovas)
- eekhoorn (beïnvloed door eik en hoorn, maar er niet mee verwant)
- gaanderij (van galerie/galerij)
- rederijker (van retorica + -er)
- scheurbuik (van skyrbjúgr): “Het Oudnoordse woord is samengesteld uit skyr zure melk en bjúgr gezwel: de ziekte werd toegeschreven aan het langdurige gebruik van skyr, de oude Noorse scheepskost tijdens lange zeereizen”, zegt het EWN
- veelvraat (via het Duits van een oud Noord-Germaans woord fjeldfross, bergkater)
- zondvloed (Duits Sintflut; eerste deel is een oud Germaans woord sin aanhoudend, langdurig, maar later geassocieerd met (straf voor de) zonde: Sündflut)
In andere talen speelt volksetymologie net zo goed een rol, en zulke vervormde woorden zijn ook wel in onze taal terechtgekomen. Het Latijnse duellum was bijvoorbeeld een oude vorm van bellum (oorlog). Dit duel is later geherinterpreteerd als tweegevecht door de associatie met duo. Een ander twee, het Duitse zwei, heeft voor de w in Zwiebel (ui) gezorgd; die zat er van oorsprong niet in (vergelijk Oost-Nederlands siepel en Italiaans cipolla).
De volksetymoloog uithangen
Zelf voor volksetymoloogje spelen is natuurlijk nog leuker, gewoon, als het je zo uitkomt. Je komt een woord tegen en je verklaart het op een manier die in jouw straatje past. Ik bezondig me daar ook weleens aan. “Wist je dat ‘smerig’ is afgeleid van ‘smeerkaas’? Een van de weinige dingen die ik echt uitgesproken goor vind”.
Of mijn volksetymologie van ‘beletten’: De hoogste top van Estland (318 m) is zes meter hoger dan die van Letland (312). De Letten gingen daarom een uitkijktoren bouwen, maar die kwam nooit af en is inmiddels gesloopt.
Het kan voor de grap zijn, maar soms zie je serieuze verbanden die er etymologisch helemaal niet zijn. Bepaalde gelijkenissen zijn toevallig, maar te treffend om er niet over door te mijmeren. Kortom: volksetymologie stemt vrolijk en tot nadenken (lelijke zin, maar je begrijpt wat ik bedoel). Ken je een mooi verhaal over een volksetymologisch vervormd woord? Of welk niet-bestaand verband wil jij op de Dag van de Volksetymologie toch graag leggen?