Kerstavond is Pakjesavond
Bij ons komt op kerstavond niet, ik herhaal niet, de gourmetstel uit de doos. Net zo min als op Eerste of Tweede Kerstdag, zelfs niet op Oudjaarsdag. Bij ons komt ook Flappie niet op tafel, bij ons komt op kerstavond Klokkie de Kalkoen op tafel. Het is een heuse traditie geworden; als kerstavond bij de moeders wordt gevierd komt er kalkoen op tafel. Dit jaar ga ik voor de gevulde variant, geflankeerd door zelfgemaakte cranberrycompote. Het wordt een viergangendiner met een als rustpunt een frambozen-kokos-fizz. Tot zo ver ons kerstdiner op kerstavond.
Wat ook een traditie is, is dat we enkele weken van te voren lootjes trekken. En dat gaat heel hip via internet. Dus rondom de boom liggen allerlei cadeautjes, ook de honden worden niet vergeten maar hun traktatie gaat niet onder de boom. De boom zal dit namelijk niet overleven. Niet alleen de jongens komen naar ons, ook mijn schoonmoeder is van de partij. Het belooft een vreetzame avond te worden.
Het was Kerstavond 1985…
In 1985 woonde ik met mijn toenmalige partner in het dorp waar ook Vincent van Gogh een aantal jaren vertoefde. Mijn toenmalige partner kwam uit een echt katholiek gezin, keurig biddend voor het eten en zo. Dat was voor mij wel een lichtelijke cultuur-geloofs-shock, ik ben namelijk niet christelijk opgevoed. Mijn ouders kwamen uit een protestant en gereformeerd nest. Echter, zij vonden dat als ik oud genoeg was zelf een keuze kon maken of ik wel of niet wilden geloven. Geen keuze maken is natuurlijk ook een keuze. Afijn, je mag me een atheïst noemen maar desalniettemin was ik best nieuwsgierig naar de nachtmis. Het was 24 december 1985…….
De nachtmis begon zoals gebruikelijk om middernacht maar we moesten lang van tevoren al in de kerk zijn want de nachtmis op kerstavond bleek net zoiets te zijn als de Tweede Kerstdag voor de meubelzaken. Stamp en stamp vol! De grootste doerakken, en nu zeg ik het nog netjes, zitten zoals van oudsher vooraan in de kerk. Op het moment dat ik dit neerzet schiet me het lied Malle Babbe van Rob de Nijs te binnen. Hij slaat de spijker op zijn kop met deze tekst:
En zondags in de kerk dan zit daar zo’n meneer, stijf als een houten plank
met spijkers in zijn kop te kijken in zijn bank.
Een zwart laken pak om zijn zondige lijf, bang voor de duivel en bang voor zijn wijf.
En zuinig een cent in het zakje doen. Zo koopt hij zijn ziel weer terug en zijn fatsoen.
Op zich was het wel een gezellige boel tijdens die nachtmis maar eigenlijk was ik meer geïnteresseerd in de worstenbroodjes die we na de nachtmis gingen eten.