De “ haal-je-laatste-kerstboodschappen-in-huis ” dag
Gisteren al de kalkoen opgehaald bij de supermarkt, vandaag wordt het de “ haal-je-laatste-kerstboodschappen-in-huis ” dag. Niet iedereen is even goed voorbereid, door tijdgebrek of wat dan ook en als je dan even de tijd neemt om naar de mensen om je heen te kijken dan zie je overal diezelfde gehaaste blik. Vanwege de stress het lichaam ietwat gekromd over het winkelwagentje en de blik omlaag. Met als resultaat, mensen die tegen elkaar aanlopen, karretjes die tegen elkaar aanbotsen.
De ellende begint al op de parkeerplaats
Eigenlijk begint het al op de parkeerplaats, altijd is er géén plek. Dan sta je te wachten en eindelijk komt er een plekje vrij. Net op het moment dat je de parkeerplaats op wilt rijden zie je aan de overkant iemand snel uit de auto stappen. Ja hoor, voordat jij één wiel de juiste kant op hebt gedraaid, gaat zij, want het is altijd een zij, op de parkeerplaats staan en haalt heel onnozel de schouders op en blijft pontificaal staan. Je kunt geen kant op want achter je is een kleine file ontstaan. Het eerste moment van algehele irritatie, stoom uit de oren, is er al voordat je ook maar één voet in de winkel hebt gezet.
Rennend door de winkel
Dan in de winkel: je raakt nog meer geïrriteerd omdat net iemand het laatste pakje Hollandse garnalen pakt die jij nodig hebt voor de garnalen cocktail met whiskeysaus. Want dat maak je toch ieder jaar? Lichte paniek, de raderen draaien op volle toeren, wat wordt het alternatief? Krabcocktail!
Vervolgens ga je op zoek naar de afbakbroodjes. In een uitgestrekte draf ga je er op af want je ziet vanuit je linkerooghoek iemand anders ook die richting oplopen. Dan maar iets harder lopen, maar dat dacht die andere klant dus ook. Het wordt een race door de supermarkt. YES! Je hebt ze te pakken, nu het karretje niet onbewaakt laten want je hebt er mensen bij die zo de spullen uit je kar jatten.
Heb je echt alles in huis?
Eindelijk heb je alle boodschappen in de kar liggen, je hoofd zo rood als een biet, blauwe plekken op de schenen maar het is het allemaal waard geweest. Je staat met een triomfantelijke blik in de rij en kijkt meewarig naar de mensen die nu de winkel inlopen want je weet wat ze te wachten staat.
“Dit kan niet waar zijn, ik ben de peterselie vergeten”. Uitgeblust plof je op de bank en barst in huilen uit.